Produkties en/of songs voor Django
<< Terug naar het overzicht
![]() |
||||
titel | jaar | P=Producer A=Auteur |
label | hitparade |
Timothy |
1969 | P | Polydor 2050119 | |
In 1969 besteeg als een raket een macaber liedje de Amerikaanse hitparade: “Timothy”, gespeeld en gezongen door de onbekende groep The Buoys (die later met “Give up your guns” nóg een grote hit zou scoren). De song gaat over drie mijnwerkers, Joe, Timothy Peter Koelewijn vond het meteen een fantastische plaat. Elke platenfirma in Europa wilde Timothy releasen maar niemand kon achter de eigenaren van het kleine Amerikaanse productiemaatschappijtje komen, dus moesten de DJ’s het met importschijfjes doen en vingen de luisteraars bot bij de platenwinkels. “Maar dan ga ik er toch een cover van maken!”, riep Peter Koelewijn, “wie weet, kunnen we die dan ook uitbrengen in de landen om ons heen”. Een week later kreeg hij een telefoontje uit de USA. “Hi Peter. How are you !” Een vriendelijke en prettige stem, die vanuit New York bleek te bellen, legde uit dat hij behoorde aan de vader van de leider van Django. “Peter, ik hoorde van mijn zoon dat je een fantastische job met de band hebt gedaan met Timothy. Jammer dat het niet gelukt is. Kan gebeuren. Maar nou hoor ik ook dat je niet meer verder wil met mijn zoon en z’n groep. Dat kan niet hoor. Ik wil graag dat je nóg een plaat met ze maakt en het maakt niet uit wat het kost. Ik betaal alles!” De volgende dag stopte een taxi voor Peter Koelewijn’s huis in Soest en er stapte een kleurrijke figuur uit. Halverwege veertig, in hawaiihemd , flitsende broek , met sandalen zonder sokken en met een constante innemende glimlach. Kortom: een echte yank die niet op een stoel ging zitten maar die zich languit op de grond uitstrekte. Hij legde de verbijsterde Koelewijns uit waarom hij binnen 24 uur van New York naar Nederland was komen vliegen. “Ik ben een redelijk vermogend man”, sprak hij rustig. “Ik verdien de kost onder andere in verlichting op grote schaal. Zo doe ik bijvoorbeeld met kerstmis de verlichting in die grote kerstboom op Rockefeller Centre in New York. Voor mijn werk reis ik zo’n beetje 250 dagen per jaar de United States door. Ik ben dus heel vaak van huis. Ik heb een zoon, die bij mij woont, waar ik heel veel van hou. Hij speelt in Django. Het is niet de beste band van de wereld, dat weet ik ook wel en in de USA lukte het dan ook niet. Kan gebeuren. Zijn moeder en ik zijn een hele tijd geleden uit elkaar gegaan. Niet zo lang geleden ontmoette ik een andere vrouw, het klikte meteen en nu woont ze bij ons. Tussen haar en mijn zoon gaat het bijzonder goed”. Hij nam een slokje van z’n koffie, aaide de hond en keek Peter een beetje hulpeloos aan. Toen mijn zoon een tijdje terug opperde om met de band z’n geluk te gaan zoeken in Europa, heb ik ‘m meteen in alles gesteund. Heb de tickets betaald, een toerbusje gekocht en ik betaal de huur van hun onderkomen hier in Nederland. Toen hij me vertelde dat een producer in Holland, jij dus, een plaat met z’n band ging maken, ging ik uit m’n bol. Dat betekende dat hij nog een héle tijd uit de buurt zou blijven. Helaas lukte het niet met die single. Pech gehad. Maar nu wil jij niet verder met Django. Dat komt héél slecht uit! Daarom ben ik hier naar toe gevlogen om jou tot andere gedachten te brengen. Want hoeveel ik ook van hem hou, ik wil m’n jongen toch nog een tijdje niet thuis hebben ! Dus vertel me maar wat het kost om meer platen te maken. Ik betaal alles, maakt niet uit hoeveel!” Peter had echt met hem te doen maar herhaalde dat hij toch op die manier geen opnames deed. De Amerikaan keek hem aan en begon weer uitgebreid te smilen. “Okay”, besloot hij, ”ik begrijp het en respecteer je standpunt. Heb je dan misschien een lijstje met adressen van andere platenmaatschappijen hier in Nederland? Ik ga daar even langs. Daarna nog m’n zoon opzoeken en dan weer terug naar New York” En weg was ‘ie weer. Peter Koelewijn heeft daarna nooit meer iets van Django gehoord. Maar hij heeft nog vaak aan die fantastische swingende yank gedacht, languit liggend in z’n huiskamer, die geen dwaas was maar een realist, zoals hij zichzelf noemde…… |