Produkties en/of songs voor Middle of the road
<< Terug naar het overzicht
![]() |
||||
titel | jaar | P=Producer A=Auteur |
label | hitparade |
The very best of Middle of the road | 1989 | P | Dino DIN CD 1 | |
Dino Music Nederland sloot in 1989 een contract met Middle of the Road uit Schotland, een band die vele hits had gescoord in de jaren zeventig. Echter, het “gezicht” van de groep, zangeres Sally, had al jaren daarvoor de groep verlaten. Haar plaatsvervangster was Lorraine, een mooie meid maar zij miste natuurlijk dat typische stemgeluid van Sally. Ook waren de leadgitarist en drummer aan een andere maatschappelijke carrière begonnen maar nam de rond twintigjarige zoon van de eerste diens plaats in. Begeleidingsgitarist Eric McCredie, inmiddels van middelbare leeftijd én geliefde van de nog jonge Lorraine, was de leider. Om kennis te maken én om te repeteren trok Peter Koelewijn naar Glasgow waar wat proefopnamen werden gemaakt in een klein studiootje. De technicus was een rasechte Schot, geboren en getogen op de eilandengroep de Hebriden, ten noorden van het vasteland. Het dialect dat de man sprak leek meer op het geluid van een haperende mitrailleur. Toen Koelewijn wat aan de man vroeg, hoorde hij als antwoord: “Hakem higran rippen hokken woeken slogg”. Daar kon de producer weinig mee, dus vroeg hij: “Please, can you say it in proper English, sir?” De Schot keek hem aan met een meewarige blik en antwoordde zuchtend: “Yes! Hakem higran rippen hokken woeken slogg”. Peter knikte begrijpend en probeerde de rest van de dag zo min mogelijk te converseren. Middle of the Road had een paar eigen liedjes op het repertoire en die zouden óók opgenomen worden. Het echte werk zou gedaan worden in de Bullet Sound Studio in het Nederlandse Nederhorst den Berg. Nu wilde de groep eigenlijk de plaat zonder producer maken maar Dino-direkteur Tony Berk stond er op dat Peter Koelewijn de leiding hield. Op de eerste opnamedag kwam Peter de studio in en riep lachend voor de grap, de “golden oldies” van Middle of the Road bedoelend : “Beginnen we met die ouwe shit of meteen met de nieuwe songs?” Dat viel helemaal verkeerd bij de overgevlogen ex-leadgitarist, die een paar dagen in de studio zou meespelen, maar die Koelewijn niet kende. Hij was er in Glascow n.l. niet bij. Hij belegde snel een meeting met de rest van de band en stuurde daarna de producer de studio uit. “We nemen die ouwe shit zélf wel op”, kreeg Peter van hem te horen en ook al legde die uit dat hij maar een grapje maakte, de toon was gezet. Zo waren ze mooi een pottenkijker kwijt. “Ik ben voor de eerste keer in mijn leven uit de studio gezet”, meldde Koelewijn even later Tony Berk. Die moest er om lachen maar reed daarna met de producer naar Bullet Sound en bracht Eric en zijn mannen aan het verstand dat de plaat werd gemaakt onder leiding van Peter Koelewijn of er werd helemáál geen plaat gemaakt. De vrede werd getekend, maar de sfeer werd nooit meer honderd procent. Jaren later kwam Peter Eric weer tegen bij Dino. Op de vraag hoe het met ‘m ging, vertelde de Schot verongelijkt dat Lorraine hem kort na de release van de plaat verlaten had en was gaan samen wonen met de zoon van de leadgitarist. “Maar we treden weer op met Sally” voegde hij er iets vrolijker aan toe. |