Produkties en/of songs voor Lisa del Bo
<< Terug naar het overzicht
 |
||||
| titel | jaar | P=Producer A=Auteur |
label | hitparade |
| Best of the fourties | 2001 | P/A | Polydor 014072 | |
| Peter Koelewijn kent veel Belgische artiesten en werkte met diverse van hen. Heel typisch vond hij altijd de spastische toeren die door sommige uitgehaald werden en worden bij het onderwerp homo-sexualiteit. Terwijl in Nederland al heel lang homo artiesten voor hun sexuele voorkeur uitkomen (Robert Long, Gerard Joling, André van Duin, Matilde Santing, Jos Brink, Ronnie Tober, Frédérique Spigt, Paul de Leeuw enz.) en met hun partner in het openbaar verschijnen, blijkt dat onderwerp in de Belgische show-business wereld nog taboe. In ieder geval bij een hoop artiesten waarop bovenstaande betrekking heeft. Hij sprak daarover een paar keer met Lisa del Bo. Die bevestigde dat angstvallig vermeden werd om voor een andere geaardheid uit te komen en ze was het volledig met Peter eens dat zo iets in deze moderne tijd totaal achterhaald is. “Maar ik heb gemakkelijk praten”, zei ze “iedereen weet dat ik gelukkig getrouwd ben met Jos en dat ik moeder ben”. (Paul de Leeuw zette in 1997 Peter Koelewijn´s liedje “KL 204, als ik God was” op zijn CD “Lief “. De artiest zingt de regel “Ik neem de bocht daarna te scherp, er valt wat as op je broek en je kijkt naar mij” terwijl het origineel is “Er valt wat as op je rok en je kijkt naar mij”. Toen Peter het met hem daar later over had, zei De Leeuw glimlachend: “Peter, je hoort mij toch niet over een rok zingen ?!”) Volgens Koelewijn is het de hoogste tijd dat de betreffende Belgische zangers en zangeressen op houden met het leven in een schijnwereld. Dat ze er rond voor uitkomen waarin ze geïnteresseerd zijn. Het zal hun leven een stuk gemakkelijker maken. En hun publiek, dat toch al op de hoogte is, zal dat appreciëren. Met de hulp van de collega-artiesten en de media hoort dit taboe opgeruimd te worden. |
||||