Een goede producer deelt het succes met iedereen en de flops met zichzelf geplaatst in: Get It, no.9, februari 1976 auteur: Jan Schuim oorspronkelijke spelling en interpunctie is aangehouden
NOG STEEDS EEN GOUDEN PLAAT TE GOED Peter zat nog in Eindhoven op de HBS, toen hij Peter en de Rockets oprichtte. Met daarin o.a. (zes jaar lang) Harry van Hooff, nu bekend als orkestleider/arrangeur. Het eerste, voor Bovema opgenomen plaatje was een knaller van een rock 'n roll-hit, "Kom van dat dak af". Direkt daarna tekende de groep bij Philips. Peter: "Daarom hebben we van Bovema ook nooit een gouden plaat gehad. Dat zit me eigenlijk nog steeds dwars." Ondanks dat sukses maakte hij zijn HBS eerst af. Daarna ging hij een degelijk vak leren: twee-en-een-half jaar werkte hij als leerling-journalist op de stadsredaktie van het Eindhovens Dagblad. Daarop trok deze Brabander over de Moerdijk. Er stond die koude Noorderlingen nog heel wat te wachten! Peter: "Ik had mijn brevet volleerd journalist verdiend, toen Philips me vroeg of ik op het programma-bureau in de leer wilde gaan. Dat leek me wel wat. Tegelijk met Hans van Hemert kwam ik in Hilversum. Samen hebben we lief en leed gedeeld, leed wel het meest. In feite bestond ons werk namelijk alleen maar uit het bijhouden van de bak buitenlandse hits, schoonmaakwerkzaamheden en biljarten in een naburig kafé. Toen wij begonnen, in 1965, gold nog de gouden regel: een producer is pas een echte producer als hij zes jaar heeft méégelopen. We verveelden ons dus stierlijk. De beat kwam toen pas goed op. "Laat ze het maar proberen, wij begrijpen toch niets van deze muziek", zei Phonogram's Rini Geveke - toen producer van grote vedetten als Willeke Alberti en Malando - die het voor ons opnam. We mochten zelf eens wat proberen. Hans begon met een groepje uit Nijmegen. Zo'n flop, dat ik de naam steeds maar weer vergeet. Ik maakte opnamen van Q 65 en Armand. De Q 65-single ("You're The Victor/And Your Kind"; de allereerste opname van zowel "Kjoe" als Peter, J.S.) werd een top-tien plaat. Ik viel haast van mijn stoel toen ik het hoorde. Die van Armand werd ook een grote. Ik lag op dat moment dus een paar straten voor op Van Hemert." "Ik kreeg kort daarna van muziekuitgeverij Altona het verzoek om daar stage te komen lopen. Ze hadden te zijner tijd een grote job voor mij bestemd. Daar had ik wel trek in. Twee jaar heb ik er gezeten, twee jaar waarin ik veel mensen in de muziekwereld leerde kennen, iets dat erg veel invloed heeft gehad op het werk dat ik nu doe. Maar verder was het daar zo saai als wat. Ik kon er niet kreatief - niet kreatief genoeg - zijn. Toen Freddy Haayen en Willem van Kooten mij als producer vroegen voor de produktie-maatschappij Red Bullet, die ze wilden beginnen, had ik daar wel oren naar. STURM- UND DRANK-PERIODE EN KELLERMAN BETAALT Voor Peter begon een periode waarin iedereen hem leerde kennen als producer. In Hilversum was hij daarnaast al snel het feestnummer. Zijn Brabantse gewoonten sloegen er erg aan (of was hij het zelfs die de fles als gewoonte de Gooise matras opsleepte? We konden het niet helemaal meer nagaan). "Er is nog nooit zo'n swingende tijd geweest als in de eerste twee jaar van die produktie-maatschappij. De beste tijd die er ooit in Nederland is geweest. Toen begon Veronica ook echt. De tijd dat Van Veen als malloot rondliep in Hilversum. Joost kluisterde 's avonds heel Nederland aan de radio. Het was de "Sturm- und Drank"-periode. Flke Nederlandse produktie die in de Top Veertig kwam, dat was om drie uur 's middags bekend, werd 's avonds om vijf uur in de "Jonge Haan" of zo gevierd. Het liep ook altijd uit de hand. Uit die tijd stamt ook de kreet "Kellerman betaalt", die gebruikt werd voor elke rekening die onverwacht hoog was. Dat kwam doordat zijn plugger vaak opbelde, als de drankrekening weer ontzettend hoog was met ekskuses dat het wat uit de hand gelopen was. Of het op zijn onkosten-rekening kon. Op een gegeven moment belden disc-jockeys van zo'n viering naar hem op met: "Hans, het loopt wat uit de hand (... ), nou, ik betaal het zelf wel." Kellerman dan: "Nou, dat hoeft ook weer niet. Stuur de rekening maar." Op geschrokken toon zegt Peter vervolgens: "Dat was geen omkopen of zo, hoor, maar of hij nu zelf kwam en een paar rondjes gaf of de rekening liet opsturen, dat bleef eigenlijk hetzelfde." Peter is in die jaren een aantal keren tegen de vangrail gereden, maar daaraan tilt hij beslist niet zwaar. "Ik begon bij Red Bullet met de nummer-één hit "Kom uit de bedstee" van Egbert d'Ouwe, Rob Out dus. Als geintje hadden Rob en ik al een paar maal in diverse kafé's waar we dronken waren geworden, afgesproken dat ik een plaatje met hem op zou nemen. Toen ik hem belde voor een afspraak, wilde hij het eerst niet serieus nemen. Rob geloofde niet dat hij kon zingen. Ik eerlijk gezegd ook niet, maar het plaatje werd een grote hit." Dan, hij kan er niet over ophouden, herhaalt hij: "Een ontzettend goeie tijd was het, toen beide schepen er nog waren. Op elke maandag hitparade-vergadering en daarna, tot één of twee uur naar Scaramouche of Bombarde (twee luxe Hilversumse zuiptenten, J.S.). Een jaar of vier geleden was het nog leuk, maar heb je tegenwoordig nog leuke dingen? Ben je belazerd! Zelfs de perskonferenties zijn niet leuk meer. Ik verveel me er rot, tegenwoordig. Het is allemaal zo plastik geworden. Ook in Hilversum heeft de efficiëntie toegeslagen. Maar dat is toch zónde? De zaak zou al erg opklaren als alle deejays vaker met z'n allen de kroeg indoken. Dan waren er ook geen hitparade-oorlogen en andere nonsens. Twee hitparades is toch onzin in zo'n klein landje. 't Kost gewoon veel te veel." Een heel pleidooi. Terug naar het verhaal. Het driemanschap van Red Bullet viel op een ge geven moment uit elkaar. Freddy Haayen werd direkteur van Polydor; Peter Koelewijn vertrok weer naar het programma-bureau van Phonogram, nu als staf-producer, dat is inmiddels vier jaar geleden. Willem - Den Draaijer - van Kooten bleef alleen achter met Red Bullet. Peter's opvolger daar: de nieuwe ster, Jaap Eggermont. EEN WASLIJST DIE RESPEKT AFDWINGT Hitprodukties van Peter zijn die laatste vier jaar te ontelbaar geworden om op te noemen. Daarom nu maar direkt aan deze chef-kok in de platenbizz gevraagd zijn hitrecept te onthullen. Peter: "Ja, ik ga jou het recept geven. Dan flikker je straks dat blad weg en bestel je een studio! Haha." Nu worden we weer serieus. D'n Koel: "Er bestaat geen suksesformule. Het is alleen maar een mate van het beheersen van het vak - en er komt een dosis geluk bij kijken. Er zijn genoeg mensen die af en toe een hit maken. Gelegenheidszoekers! Die goudader is altijd snel uitgeput. Eén hit is geen hit, twee hits is een halve hit en drie hits is een echte hit. In mijn ogen ben je pas producer als je een paar jaar lang regelmatig hits maakt. Zonder geluk kom je er ook niet. Als alle goede produkties van mij een hit waren geworden, was ik je voor dit interview met mijn privé- straaljet af komen halen." Een bulderend gelach. Tineke, zijn sekretaresse (hij roept haar altijd aan met "Tien") heeft telefoon vóor hem. Weer. Tijdens ons gesprek belde hij onderwijl Nederland af op zoek naar een basharmonica voor een Nico Haak-opname. Nu belt een gezochte terug. Peter: "Goedemiddag... nee, een minuut na twaalf, dus middag. Bij de tijd wezen!..." Hij kent de man aan de andere kant van de lijn niet. Dat weerhoudt hem niet van plagende terechtwijzigingen. Enige momenten van stilzwijgend nadenken - er gaat ineens een weldadige rust van hem uit, voor even - dan zegt hij beierend: "Een producer is de man die op de juiste tijd met het juiste liedje met de juiste artiest en het juiste arrangement een plaat maakt." Een moment stilte. "Een producer, een goede, deelt het sukses met iedereen en de flops met zichzelf. Een producer heeft de totale verantwoordelijkheid voor het eindprodukt. Ik heb een hekel aan producers, die als een plaat klaar is en niet zo geslaagd, alles en iedereen de schuld geven. In mijn ogen zijn dat klootzakken en hufters. Rijp om met een schop onder de reet naar huis gejaagd te worden. Dat schuldgeven is een brevet van inkompetentie." Na weer een moment van stilte formuleert bij wijsheid nummer twee: "Een goede producer deelt sukses met iedereen en de flops met zichzelf", en barst dan uit: "Hoe heb ik dat nu weer gezegd!" Schaterend is hij weer helemaal de geinponem Koelewijn. Maar daarom niet minder respekt voor de bergen werk die hij verzet. Hij is bijvoorbeeld de vaste producer van, zet je schrap: Bonnie St. Claire, Ronnie Tober, Ciska Peters, Nico Haak, Willeke Alberti, Left Side, het Volendams Operakoor, Ria Valk, Bots en de niet te versmaden Willeke van Ammelrooy. Een waslijst die respekt afdwingt, nietwaar? Daarnaast schrijft hij ook nog songs enzovoorts. Toch hebben geen van zijn artiesten het gevoel dat ze in de rij moeten staan om aan de beurt te komen. Zijn vrouw heb ik niets gevraagd. Is dat niet wat veel van het goede; hoe speelt hij dat klaar? De Hilversumse Brabander: "Ik heb weleens het gevoel dat ik me afvraag - waar ben ik mee bezig?, zoals iedereen dat weleens zal hebben." Hoewel hij donders goed weet dat hij goed is en dat ook niet verzwijgt, doet hij helemaal niet alsof hij zich er dood voor werkt. Terwijl hij daar misschien nou net wel aan bezig is. Zijn geheim lijkt me te bestaan uit het enorme plezier waarin hij zijn dagen slijt. Een lolkont, dus. OME JAN EN ZIJN PICK-UPJE Rond de kerst waarde hij weer op het kijkscherm rond, iedereen een vrolijk kerstfeest toezingend, samen met een deel van zijn artiesten: Bonnie, Ronnie, Ciska, Nico, Willeke, Harmen (Veerman van Left Side) en, oh ja, Ome Jan. Die waren we nog bijna vergeten. "Ome Jan is de supermenselijke noot in het klubje", vertelt Peter die erg op de Hilversum III-portier gesteld is. Dan komen er een paar super-komische verhalen (waar gebeurd!) over Ome Jan... Niet te stuiten. Aangezien het Get It-lezertje niet gespeend zal zijn van enige humor, volgt hier een korte selektie. Aan het woord weer Peter: "Ome Jan doet werkelijk alles verkeerd. Ontwapenend onschuldig, echt: een supermenselijke noot. Toen ik een plaatje met hem opnam, zong ik een stukje voor. Daarna de orkestband weer gestart, opname-apparatuur weer aangezet. Maar Ome Jan zong niet. Toen ik vroeg waar hij nou bleef zei hij: "Maar het klonk toch al prima zo." Peter schatert het uit. "Op de dag van de opname van dat gezamenlijke Kerstplaatje zijn we 's middags gezellig met zijn allen ergens gaan eten. We hadden de helft toen achter de rug. Daar raakten we Ome Jan natuurlijk weer kwijt, hij dacht dat het al afgelopen was. Hij staat ook konsekwent in de verkeerde kamera te blieken. Bij de repetities begrijpt-ie alles, maar bij de opname is hij alles vergeten. Bij het uitkomen van zijn dixieland-singletje "Ik zweer bij de knop van de deur", is het wat uit de hand gelopen. Hij had een pick-upje mee naar zijn werk genomen en de hele dag dreunde het nummer door de Hilversum III-gangen. 's Middags hebben we op een vergadering besloten Ome Jan zijn pick-upje af te nemen. Dat begreep hij dan wel. Hij vraagt ook niet aan de disc-jockeys of ze zijn plaatje willen draaien, hij haalt een al klaargelegd plaatje van de draaitafel en legt die van hem ervoor in de plaats. "Die moet je draaien", zegt hij dan. Daar bedoelt-ie niets kwaads mee, hij wil gewoon helpen een programma te maken met goeie muziek, dus ook met zijn plaatje." Op 1 januari 1975 stopten Peter en de Rockets met optreden. Peter zag het door tijdgebrek niet meer zo zitten, de Rockets gingen (onder leiding van manager Jan Vis) alleen verder. Peter vond het bovendien tijd voor (weer es) wat anders. "Ik had morgen willen beginnen aan mijn solo-LP, maar ik heb er geen gelegenheid voor. Ik ben nu van plan in februari op te nemen. Het wordt een heel andere Peter Koelewijn. Veel romantischer - ik ben erg romantisch - en rustiger. Harry van Hooff arrangeert alles. De cirkel sluit zich altijd weer. En als de LP aanslaat, treed ik weer op. Maar dan wel direkt grotere konserten. Ik heb geen zin meer in kleedkamertjes van één bij twee meter. Ik heb het vroeger met plezier gedaan, maar nu niet meer. Eigenlijk ben ik een tegenstander van dit soort uitspraken van artiesten, maar ik kan het me veroorloven. Als het mij op een hoger niveau mislukt, niets aan de hand. Maar zo'n man als Nico Haak, als die een Toon Hermans zou willen zijn en het mislukt, dan is Nico overboord. 't Is zijn living. In die situatie moet je niet te veel willen, Anneke Grönloh is daar een goed voorbeeld van." Peter zegt dat al zijn artiesten goed met elkaar omgaan. "Niemand blaast hoog van de toren of voert het hoogste woord. Het is een echt gezellig stel. Het is moeilijk met mensen te werken die altijd sukses hebben gehad, dat weet ik uit ervaring. Na de eerste hit met de Rockets dacht ik echt dat ik God was. Een periode van veel minder sukses werkt dan als een koude douche. Avonden waarop je, voor de hele band, inklusief, 125 gulden vangt. Maar het hoort er wel allemaal bij." Peter barst weer los. Over het legendarische laatste optreden met de Rockets. Opgewonden, vrolijk praat hij door, neemt de telefoontjes aan zonder merkbaar van zijn apropos te raken, houdt zijn sekretaresse aan het werk met steeds maar nieuwe opdrachten en verzoeken. Kortom: de aartsvader is nog kerngezond. Zijn vrolijkheid is aanstekelijk. Zie maar eens wat er van dit serieuze verhaal is overgebleven! |