SPECIALE EDITIE geplaatst in: Oor/25 oktober 1972 auteur: Pim Oets de oorspronkelijke spelling en interpunctie is aangehouden In de controlekamer is 't rokerig en warm; met ons tienen kijken we naar de figuur met de koptelefoon op in de spotlight van de studio. Peter Koelewijn zit met ontbloot bovenlijf achter de knoppen en vraagt de Vlaamse vedette Louis Neefs om 't nog es over te doen. Voor de zoveelste keer die avond. De vermoeid kijkende meneer bij de 8-sporen-recorder start de orkestband opnieuw en laat, op teken van Koelewijn, het rode lichtje bij de zangtrack branden. Waarom zeg jij nu niets Denk niet dat 't nu zomaar over is Daarom bel ik je op Alleen omdat ik jou zo vreselijk mis 't Moet wéér over beduidt Peter. Kop op Louis, we hebben over een single met Harry van Hoof wel es 3 dagen gedaan'. En als alles anders was, m'n lieve lieve meisie... Er wordt met de hoofden geschud in de controlekamer terwijl het sonoor gebrachte parlando over de violen- & meisjeskoor-band klinkt. 'Ach die jongens van Tom Jones lachen je uit' roept Louis Neefs. 'Die lullen er niet zoveel tussendoor'. 'Maar daar heeft niemand dan ook meer iets van gehoord' repliceert Kociewijn. 'Louis, we pikken 't weer op bij het parlando'. En als alles anders was m'n lieve lieve meisje... 'Hé Louis misschien heb je 't idee dat we een noodsprong aan het maken zijn... 't Is erg mooi maar we proberen 't perfèkt te krijgen. De orkestband moet op die sterkte blijven en ik wil je woorden er tòch zo op. Dat is 't probleem... Je moet proberen om 't iets langzamer te zeggen. Dan wordt 't duidelijker. We zullen wat presence op je stem gooien. Meester-technikus John is al bezig'. En als alles anders was m'n lieve meisje... Weer niet goed. Louis en Peter blijven elkaar grapjes en quasi-nonchalante opmerkingen toewerpen, maar er begint toch onmiskenbaar een spanning in de ruimte te groeien. 'Je moet zeggen: dan zou ik nu bij jóú kunnen zijn... De nadruk op jóú. Louis, ende versaegt nimmer... Wie zei dat ook alweer. Brederode geloof ik. Dan zou ik nu bij jóú kunnen zijn, oké?' Dan zou ik nu bij jóú kunnen zijn. Dan knikt Peter eindelijk. ''t Is goed. Alleen je moet 'kunnen zijn' wat rèkken Louis. Zelf ik zou 't verkeerd gedaan hebben. Kun je nagaan'. Matte hilariteit bij de aanwezigen. 't Is half 12, er is al een dag gewerkt. Peter steekt weer zo'n gigantische sigaar op, zegt dat 't fris wordt, trekt z'n shirt aan en laat de (prachtig gearrangeerde) begeleiding opnieuw starten. Er wordt bier binnengebracht. En als alles anders was mn lieve lieve meisje... 'Als alles anders was zou ik nou hier niet zitten' zegt Harry van Hoof halfluid in de hoek. 'Nog es' beslist Peter. Louis doet 't even zonder orkestband. 'Ja kut', roept Peter. 'Als je 't nou zó deed dan was 't prima Louis, de vrouwen moeten...' Hij breekt abrupt af met een blik op uw verslaggever. Dan zou ik nu bij jóú kunnen zijn. PK: 'Goed. Het timbre moet nu weer anders. We nemen op vanaf: Omdat ik van je hou'. En de hele gang van zaken herhaalt zich tot het werkstuk tenslotte tot ieders tevredenheid op de band staat. 't Klinkt dan ook uitstekend. En men begint met frisse moed, en op dezelfde martelende wijze, aan de B-kant van Neefs' eerste echte Nederlandse single: 'Du du mijn Lorelei'. Louis: 't is frojlain, niet fraulijn, begrijp je'. 'Alla, 't is geschaope' roept Peter Koelewijn, meester- producer, met quasi-Vlaamse tongval als alles klaar is. Op zijn verzoek spreken we voor het interview de volgende ochtend om 9 uur bij hem thuis af. 'Ik heb nou geen zin meer, ik ben hartstikke moe. Nou wil ik alleen nog maar een pilsje pakken en wat lullen'. NOG APELAZERUS De volgende ochtend: een kille, mistige nieuwbouwwijk in Soest. De gordijnen van huize Koelewijn zijn nog dicht; uit de garage klinkt het geluid van waakse blafhonden. Peters zoontje doet open, gaat naar boven en we horen hem wat verlegen zeggen:.'Pappa, er zijn 2 meneren... Pá-áp, er zijn 2 menéren'. Het blijft even stil en dan begint een serie vloeken en verwensingen die, omdat we Peter langer dan vandaag kennen, op onze lachspieren werkt. 'Godverdomme ik was 't helemaal vergeten' zegt hij wat later, in spijkerbroek gekleed en zachtgroen van teint, achter de zéér sterke kop koffie. 'We zijn wat gaan drinken, ik kwam Robbie Out tegen, we gingen over allerlei problemen des levens praten en toen lag ik pas om half 5 in bed. En ik ben nog apelazerus... Jongen ga toch weg, je krijgt geen verstandig woord uit me'. Maar Mieke, Peters lieve vrouw, zet nog meer koffie en langzaam maar zeker worden Peters ogen helderder. Hij krijgt alweer energie om telefonisch Jan Corduweners oren te teisteren met een toe ter. 'Want dat heeft-ie mij laatst óók geflikt' grijnst Peter. PK: 'Het nummer waar jullie bij waren, dat eerste nummer, was een Italiaans nummer. Da's gewoon een cover. En Harry is de arrangeur, een arrangeur moet er altijd bij zijn omdat ie bepaalde dingen in een nummer legt die een producer niet zo direkt aanvoelt. 't Is ook helemaal niet erg als de arrangeur zegt: let daarop, en let daarop. Maar allerlei randfiguren, zèlfs tekstdichters, komponisten en zo, die moeten wel bij de voorbesprekingen zijn, maar niet bij de opnamen. Zo'n artiest wordt helemaal gek, dat kun je je wel voorstellen, van hem krijgt-ie zus te horen en van hem zo. En de producer is verantwoordelijk en verder niemand. Die beslist over de opname. Een producer is verantwoordelijk voor het resultaat dat gaat komen, die is bij de voorbesprekingen, zorgt voor het materiaal en zo, hij is in de beginfase de krullenjongen die de studio bestelt, en de musici als de arrangeur 't niet doet, en de mensen bij elkaar haalt. En wat er opgenomen wordt... Meestal is het repertoire nummero één, en dan pas de artiest. Als Elvis Presley een klotenummer opneemt zal 't misschien wel een hit worden, maar dat moet-ie geen 3 keer doen want dan wordt 't echt moeilijk om van de vierde toch weer een hit te maken. Het repertoire is erg moeilijk: je moet weten, of próberen te weten wat een hit kan worden. En dan ga je de studio in en je bepaalt het geluid van de plaat, wat je dus gisteren hebt meegemaakt. Dat was alleen maar zoals wij dat noemen sporentrekken. Dus gewoon op een spoor zetten hoe een artiest 't dient te zingen. Dat is heel erg belangrijk, maar daarná komt het allerbelangrijkste: dan ga je mixen zoals dat heet, en dan moet je proberen de balans te zoeken tussen de artiest, het liedje, en de orkestband. 't Mixen is 't allerbelangrijkste werk van het produceren; en tegenwoordig kun je gebruikmaken van mogelijkheden als galmen en wat dies meer zij. Op dat moment komt de producer ècht tot z'n recht. Dat doet-ie samen met de technicus. PERFEKTIE De orkestband is 't minste werk. 't Is allemaal uitgeschreven en de mensen die 't doen, musici, koor, zijn geroutineerd genoeg om 't achter elkaar te doen. We hebben nu de orkestband ingezongen en nu gaan we nog een avondje mixen, en dan is de single klaar. 't Hangt eigenlijk van de producer af hoe lang een single opnemen duurt. Of-ie tevreden is met de sfeer van het orkest, en van de zang, of dat-ie perfektie wil. Maar perfektie is óók niet altijd goed. Je kunt er stuk aan gaan. Je kunt een plaat er zó duur mee maken dat er èrg veel verkocht moeten worden. Ik kende een producer van Polydor die is er stuk aan gegaan. Die maakte een single die 8000 gulden koste en die maar nèt in de top-40 kwam. Maar ik heb artiesten in de studio gehad, daarmee doe je wet een dág over het inzingen...' Noem er es een. PK: (lacht) 'Maar Louis is dus een vakman, hij gaat daar staan en zet 't neer. Alleen kán 't soms beter, soms dènk je dat 't beter kan, dan blijf je doorgaan. In wezen hoeft 't eigenlijk niet, maar een producer wil dat iedereen tevreden naar huis gaat, en de artiest moet 't gevoel hebben dat-ie 't uiterste heeft geprobeerd. Een producer kan zeggen: geen gelul godverdomme, je hebt een kontrakt getekend, zingen! Maar dan ben je een slechte producer. Je moet 't gewoon diplomatiek proberen op te lossen, zodat de artiest echt 't gevoel krijgt dat-ie mééhelpt aan een toffe plaat. Een van de jongens die ik op dat gebied zèér bewonder, maar in andere dingen weer niet, oké, dat was Freddy Haayen. Die is nou direkteur van Polydor en die zit nou op z'n gat. Maar die kon dat. Die kon de artiesten opnaaien, die kon ze zó verneuken eigenlijk dat de artiesten boven het eigen kunnen uitgroeiden. Dat haalden ze daarna natuurlijk niet meer, maar voor de producer is alleen van belang wat er op de band komt, niet of ze 't ook op het podium kunnen. En terecht. Hóórt misschien eigenlijk wel belangrijk te zijn, maar nouja... dat is de zaak van de artiest en z'n manager. Hij kan toch moeilijk voor de artiest op de bühne gaan staan? Daar is 't een kwestie van één moment, en in de studio van het júiste moment'. MUZIEK VOOR HET VOLK Heb jij ook je slechte dagen als producer? PK: 'Ja, natuurlijk. Dat weet ik meestal als ik een 19 cm-kopie heb laten trekken en ik zit 'm de volgende dag thuis af te luisteren. Dan schrik ik me soms de jan-kanker, dan zeg ik: Peer, foute boel! En dan moet ik weer terug naar de studio om 't over te doen. En ik bel de artiest op, die heeft óók een 19 cm-band meegekregen, die zegt dan: ja ik heb net de telefoon in de hand! Dan zeg ik: nou dan zijn we precies waar we wezen willen. Vaak wordt 't dan wel beter'. Wat vind jij nou van de muziek van Louis Neefs? PK: 'Ja dat vind ik vreselijk mooi. Dat is èchte muziek, muziek voor het volk en dat bedoel ik positief. Het volk, dat zijn de mensen die je ziet als je naar buiten kijkt'. Gisteren zei je tegen Louis: De vrouwen moeten... Maak de zin es af. PK: (lacht) 'Ja ik realiseerde me dat jij erbij was. 't Is een normale uitdrukking: de vrouwen moeten er een nat kruis van krijgen. Dat zeggen we vaak in de studio. 't Klinkt misschien een beetje rauw, maar in het gevoel is 't precies wat een zanger als Louis begrijpt. Hij is een zanger voor vrouwen. Je hebt er zovéel die voor een bepaalde groep zingen, en Louis is een zanger voor vrouwen. Hij komt goed óver bij vrouwen, z'n stem is relaxed. Vrouwen hebben 't gevoel dat-ie speciaal voor hèn staat te zingen.' Heb je 't druk? PK: 'Ja ik doe de laatste tijd erg veel produkties. Misschien wel een beetje teveel eigenlijk. Een tijdje geleden heb ik een single met Jupiter gemaakt, de groep van Rudy Bennet. Ik vond 't wel lekker om te doen, maar ik had er eigenlijk geen tijd voor. En 't is geen hit geworden, dat vind ik wel klote. 't Geeft een onbevredigend gevoel, je hebt in wezen voor niks in de studio gezeten'. DE BESTE ZANGER VAN NEDERLAND Wat was je eerste produktie? PK: (enthousiast) 'M'n eerste éigen produktie was met Ronnie & The Ronnies, 'Boem boem is ho'. Hun eerste single. Dat is een gek verhaal, hoe ik Ronnie ben tegengekomen... Nou ja, op een gegeven moment zat ik op een terras, in Amsterdam, en er komt een goser naast me zitten die zegt: jij bent Peter Koelewijn hè. Ik zeg ja. Hij zegt: Ik ben Ronnie Schutte en je kent me niet maar dat zal wel gauw veranderen. Jij denkt dat je kan zingen hè. Nou, toen was ik dus al een tijdje uitgescheeën met zingen, of nee, 't was in de nadagen van m'n groep. Hij zegt: ik zing beter. En ik zal 't je bewijzen ook. Op dit moment heb jij de eer met de beste zanger van Nederland te zitten praten. Je moet dus nu toehappen, anders ben ik gewoon weer verdwenen... Ik vond dat zo verschrikkelijk te gek, dat had ik nog nooit meegemaakt! Ik zeg tegen hem: Ronnie ik ben 't helemaal met je eens, wij gaan dadelijk in de studio een proefopname maken. Hij zegt: ik had niks anders verwacht, maar ik heb liever een definitieve opname. Ik zeg: Ronnie, dat beloof ik óók. En ik had 'm nog nooit horen zingen! Ik zeg: ik ga proberen een paar nummers voor je te schrijven ven. En hij zo van: Oh... Ja... Zo ging dat maar door hè. Ik maakte 'Boem boem is ho' en daarvan verkochten we er 3 of 4000. En hij zei: Ja, maar daar heb je je ook met een Jantje van Leiden van afgemaakt. Terwijl ik met het angstzweet in m'n handen die produktie had staan maken! Zingen kon-ie dus helemáál niet, maar hij hád iets over zich. Hij zegt: ik moet een nieuwe kans hebben, want anders ga ik tòch een straatje verderop. Ik zeg: Ronnie, je volgende plaat wordt een sure hit. Hij zegt: Jaja, natuurlijk, je hebt 't materiaal in handen. 't Ging maar door, hahaha. Nou zat ik in die tijd naar de televisie te kijken en ik zag een hele griezelige film over een goser die een delirium had, die zag overal muizen uit de muur komen. Echt een ènge film. Daar zat ik over te denken en toen maakte ik 'Beesjes'. Ik ging ermee de studio in met Ronnie en ik geloof dat hij de enige in Nederland was die dat had kunnen zingen. Zo lijzig, en lui... We verkochten er meer dan 100.000 van. In België was 't een nòg grotere hit dan in Nederland! Dat waren m'n eerste produkties. EEN SOORT VLIEGENDE KIEP Daarna kwam Bonny, Bonny St. Claire. Die heb ik ontmoet... Ik heb trouwens net een nieuwe single met haar gemaakt, als je die hoort... Dat is volgens mij zó'n ontiegelijke hit, daar ben ik zeer tevreden over. Maar Bonny zag ik zingen op een avondje ergens in Utrecht, ze zat in een triootje, en ze zong weetikveel, 'Heimatlos' of zo, maar als ze solo zong dan gebéúrde er iets, want ze zag er goed uit, ze páste helemaal niet bij die nummers. Ik ging naar haar toe en zei: Bonny, of eh, juffrouw, laten we es een auditie houden. En ze zong 'It takes two' en dat deed ze zó speciaal, dat zag ik helemaal zitten. Jij zou óók gezegd hebben, al had je er helemaal geen verstand van, dat is een talent. Nou, en Bonny werd m'n tweede artiest. Ik ben nu in dienst van Phonogram, ik ben een soort vliegende kiep. Ik heb een hele hoop faciliteiten, meer dan andere producers bij Phonogram. Maar ook met meer risiko's, want ik werk op kontraktbasis. En 't kan best zijn, als al m'n kontrakten bij Phonogram aflopen, dat ik dan m'n biezen kan pakken. Sociaal gezien sta ik wat wankeler, maar daar staat tegenover dat de revenuen ook iets hoger liggen. Hans van Hemert heeft geloof ik een soortgelijke deal, maar die hoeft zich nou natuurlijk geen zorgen te maken. Ik vind Hans een ontstellend goeie producer en een zeer slimme, goeie songwriter. 't Is met het woord 'commercieel' niet af te doen. Hij weet hèt publiek, met een hoofdletter, te raken. Als producer moet je al de feeling hebben dat je voor hét publiek de goeie songs uit kan kiezen, en als je dit soort nummers ook nog zelf kan maken... Dan ben je volgens mij een volmaakte producer. Artistiek zowel als commercieel zou ik zijn werk graag gedaan hebben. De producers die er denigrerend over doen zijn nou bezig om voor de 25e keer te proberen een hit te maken... 't Is wat om in Amerika in de top-10 te komen en er een miljoen van te verkopen. Ik kan maar 2 anderen bedenken. En daar ben ik niet bij, dat zit me wèl dwars... Ik moet nog een hoop leren, elke dag leer ik nog bij. En de smaak van het publiek, dat wisselt zó pijlsnel, dat hou je niet voor mogelijk. Je hoort konstant platen waarvan je denkt: mijn god, hoe is dat nu weer mogelijk... GOOD VIBRATIONS Eén van de platen waar ik door de jaren heen van heb gehouden, van in de tijd dat ie net uitkwam, toen was ik er helemaal maf van, dat is 'Goed vibrations' van de Beach Boys. Dat vond ik zó'n volmaakte plaat... 't Is misschien boud gezegd, maar ik zou 'm na kunnen maken. Ik weet nou hoe 't gedaan is. Maar er zijn alweer anderen die iets doen wat ik momenteel nog niét doorheb'. Treed je nog steeds op? PK: 'Ja, en ik vind dat het de laatste tijd erg lekker gaat. 't Swingt de pan uit. Ik heb het gevoel dat het publiek de heavy scene een beetje zat aan het worden is, en de heavy boys hebben 't er zèlf naar gemaakt. Ze maken één fout: ze denken dat 't alleen maar op muziek maken aankomt. Maar ze vergeten de show. Kijk als 't alleen maar op muziek maken aankomt kunnen de mensen net zo goed een plaat draaien en dan komt 't nog beter over. Vooral in Nederland wordt die fout veel gemaakt, en dat is volgens mij één van de redenen voor de malaise in de Nederlandse groepenwereld. Een van de groepen die 't hebben onderkend, wat je verder ook van ze mag vinden, is de Earring. En ze steken dan ook qua populariteit met kop en schouders boven alles uit! Ze roffelen niet gewoon hun repertoire af, er gebéurt wat op de bühne; ook al ben je doof dan kun je je nòg vermaken... Wij proberen óók een show te maken. We doen een hele hoop Nederlandse nummers van onze elpees, en een paar ouwe rockers: 'Long tall Sally' en 'Do you wanna dance' en zo, 'Hello Josephine'. Ik praat nogal veel op de bühne, ook met de zaal, ik haal mensen op het podium. 't Is steeds afwachten, we maken grappen en grollen... Als iemand mee wil zingen dan zingt-ie maar een nummer weetjewel, als iemand zegt dat-ie 'Kom van dat dak af' beter zingt dan ik, dan kan-ie 't zó doen. Altijd, of nee, meestal is 't lachen, gieren, brullen geblazen en niemand weet hoe 't afloopt. 't Is geen muziek op een hoogstaand peil, maar ik merk 't vaak in tenten waar we spelen, 't publiek vindt 't oké. Ze zijn involved zoals dat heet, ze zijn betrokken bij wat er gebeurt... Ik heb 't bijvoorbeeld nooit zo erg zien zitten om naar een optreden van Focus te gaan. Die jongens maken goeie muziek, maar thuis klinkt 't nòg mooier weetjewel. Ik kan zelf bepalen hoe hard of hoe zacht, en ik kan nog een drankje inschenken. 't Is mij een raadsel waarom de mensen daar überhaupt naar toe gaan. Wat maakt 't voor verschil uit om Jan Akkerman als een razende op z'n gitaar te keer te zien of te horen gaan. Een popgroep die gewoon niks anders staat te doen dan 2 uur muziek maken komt bij mij niet over... Helemaal dat concerten-idee niet, in de pop dan. Ik kan me wel voorstellen, als je Charles Aznavour in een spotje 'C'est triste Venice' ziet zingen, dat er dan een beklemmend gevoel van uitgaat dat je thuis bij een plaat niet krijgt. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar als je Mick Jagger ziet, die zingt op het podium veel en veel slechter dan op de plaat, erg vals vaak, maar dat dondert niet, je wordt overdonderd door wat je ziet. En als de Who 't op z'n heupen heeft, ze spelen misschien muzikaal niet altijd korrekt, maar áls ze loos gaan kan er niemand tegenop, geeneen groep. Enne... Rod Stewart en de Faces, noem maar op. Bij dat soort acts ga je handenklappend naar buiten, je hebt een toffe avond gehad'. ANNEKE GRÖNLOH MET EEN SPEELGOEDSAXOFOONTJE Herinner je je eerste optreden nog? PK: 'Met de Rockets? Nee... Dat weet ik niet meer. We hebben zó verschrikkelijk veel tenten gezien... Oh, de eerste keer dat ik zelf optrad? Ja, daar heb ik zelfs nog een foto van, die moet nog ergens in een plakboekie zitten. Toen zat ik nog op de MULO, en Anneke Grönloh zat bij mij op school. De taak van Anneke bestond hieruit, dat ze mij een speelgoedsaxofoontje moest aanreiken en daar speelde ik dan een solo op. We deden nummers als 'When the saints' en zo. Ik kon zo gelijk gitaar spelen en blazen, hahaha. Een schoolfeest was dat. Een bandje met vriendjes, je kent dat wel. Na de MULO ben ik naar de HBS gegaan, en daarna ben ik voor een krant gaan werken. Een jaar of 5 geleden ben ik fulitime in de muziek gaan werken'. Doe nog wat anders naast de muziek? PK: 'Ik ben discjockey bij radio-Luxemburg... Maar naast de muziek... Je merkt 't toch? Ik zou best enkele andere dingen willen doen, ik zou me soms best meer willen bemoeien met thuis en zo maar je hebt er niet zoveel tijd voor. Da's gewoon de sturm und drang die elke man geloof ik heeft, die hogerop wil en geld wil verdienen. 't Woord geld is in een hoop kringen, vooral bij Oor en zo, een beetje taboe, je wordt snel als een materialist uitgekreten, zeer hypokriet vaak, want dezelfde boys die dat roepen doen zelf even hard hun best om dukaten te verdienen, niemand werkt graag voor niks. Maar ik probeer steeds verder en hogerop te komen, vooral ook omdat ik in een business zit waarin je tegen de tijd werkt. De meeste mensen die normale banen hebben werken op een normale tijd, dat is gepland. Tot je 65e. In onze business weet je nooit wat er morgen gebeurt. Als je morgen het kontakt met de muziek en de werkelijkheid verliest is 't afgelopen... Ik bedoel, Hans van Hemert is op 't ogenblik de meest suksesvolle producer in Nederland, maar dat kan volgend jaar totaal afgelopen zijn. Ik vind 't gewoon niet korrekt als je in mijn vak zegt, nou, dat kan me allemaal niet zo erg veel schelen. Ik kan niet tot m'n 50e in de studio staan swingen en dat werk opbrengen, want ik weet zeker, als ik 50 jaar ben en ik maak situaties in de studio mee zoals gisteren, die normaal zijn, met spanning en zo, dan knap ik òp af, òf ik word sikkeneurig en ik scheld iedereen verrot, de artiest wordt zenuwachtig en alles wordt helemaal klote. Je moet 't tot een bepaalde leeftijd doen en dan moet je 't bereikt hebben. Je moet dan binnen zijn, of je positie moet zó geconsolideerd zijn in een betrekking of zo, dat je je geen zorgen hoeft te maken. 't Moet sneller gaan dan bij een normale baan op kantoor, je bent verplicht om dat te doen. Je krijgt geen pensioen in dit vak' HYSTERISCHE HANDEL Is er veel haat en nijd in de muziekbusiness? PK: "t Is wèl zo geweest ja. Maar 't wordt minder, al komen er nog altijd excessen voor. Vroeger was 't ondenkbaar dat ik op een sessie speelde met allerlei topjongens uit Nederlandse groepen zoals vorig jaar in Sittard, in Don Quichotte. Dat was trouwens fantastisch, we swingden zó de pan uit, maar da's een ander verhaal. Tegenwoordig gedragen de artiesten zich normaler, en het publiek ook. Vroeger was 't zo, ik herinner me nog als de dag van gisteren optredens met Peter en zijn Rockets, dan was er echt een hysterische handel, je moest gewoon uitkijken soms. Je kon de meest waanzinnige dingen meemaken, mensen die je gewoon de kleren van je lijf scheurden, om maar iets van je te hebben. Tegenwoordig kan Mick Jagger bij wijze van spreken in Nederland rondlopen, dan zegt iedereen: oh, daar loopt Mick Jagger, hé... En iedereen loopt door. Zo'n hysterische handel als toendertijd met de Beatles zal je nimmer meer meemaken, al lopen de Stones of Rod Stewart door de Kalverstraat. Dan moeten ze misschien 3 handtekeningen zetten maar dan houdt 't op. De verhoudingen zijn normaler geworden, en zo hoort 't ook'. Waar kwam die hysterie vandaan? PK: 'Ik denk omdat 't publiek dacht dat 't zo hoorde. Het jonge publiek, maar vergis je niet, ook een hele hoop oudere mensen deden daar vrolijk aan mee, ik bedoel geen echte tieners... Ze fokten mekaar zo op. Een land waar je dat nog wel hebt is België. We krijgen nou nog brieven, m'n adres heeft es in een Belgisch blad gestaan, ik krijg waanzinnige brieven met gekleurd papier en zo, en rare dingen erin... Maar dat is over 2 of 3 jaar in België óók niet meer zo. Momenteel is 't nog zo, je komt nog niet op of er gaat een storm op: de king is binnen! In Nederland is 't gewoon oké, je krijgt een applaus, en dan gaan ze es kijken wat je er van maakt. Als je 't leuk doet krijg je de sympathie, en zo niet, dan zoek je het maar uit. Zo krijg je loon naar werken, en zo hoort 't ook. Het ongebreideld emotionele is gelukkig weg'. NIET LANGER DAN VIJF MINUTEN Heb je Mieke eigenlijk via de muziek ontmoet? PK: 'Nee, ik zat bij de krant hè, en haar vader had een hotel en daar moest ik heen om een carnavalsverhaaltje te maken, er zat een carnavalvereniging. En ze was net ziek geweest, ze was net uit bed en toen mocht ze even in de zaal kijken. Ik kwam haar tegen met haar vader, ik ging eerst naar haar toe en ze zei: ik mag niet dansen want ik ben net ziek geweest, ik ben net uit bed. Maar ik zag 't helemaal zitten en toen ben ik naar haar vader gegaan en ik zei: mag ik effe met uw dochter dansen. En hij zegt: ja da's allemaal wel mooi en aardig, maar je mag niet langer dan 5 minuten. Toen heb ik één dansje met haar gemaakt, en dat was een dansje van 3 minuten want zo lang duurde dat nummer. Toen ging ik naar de ouwe heer en ik zei: ik heb nog 2 minuten want ik heb maar één dansje met haar gemaakt, haha. Nou, dat vond-ie eigenlijk best aardig enne... Zij zag mij eigenlijk niet zo erg zitten, ze vond me eigenlijk maar een verschrikkelijke lul, haha'. Mieke: 'Ik had eerst 't idee dat-ie dacht: nou, ik hoef maar zó te doen... Ik dacht: dan komt-ie van een kouwe kermis. Maar ja, er liepen daar gewoon geen loslopende vrouwen rond...' PK: 'Daaròm... Dat was m'n ongeluk, toen ben ik ook tegen je aan blijven hangen'. Mieke: 'Maar je had met 2 hele mooie stukken afgesproken zei je'. PK: 'Ja die heb ik nog laten schieten ook, anders was m'n leven misschien heel anders... veel beter geweest'. Mieke: 'En 't mijne misschien ook' (algemeen gegiechel) CARNAVALSHITS GAAN NOOIT OVER BIER Doen jullie aan carnaval? PK: 'We hebben 't wel een paar keer gevierd, maar er is de laatste jaren weinig van gekomen...' Maak je ook carnavalsmuziek? PK: 'Jazeker! Nou ja, ik neem dus platen op. Eén van de grote hits van vorig jaar was 'De nassibal'. Toen heb ik hier met Harry van Hoof met een krat bier tussen ons in 's nachts om 12 uur gezeten, we zijn toen vreselijk dronken geworden, en we maakten 'De nassibal', de tekst. En we hebben ons beschéürd van 't lachen. Ik met m'n gitaar en eh: 'Met een nassibal, met een nassibal... is 'héét'. Ja! Te gek! Nou ja, en zo ging dat dan. En om 5 uur 's morgens was 't klaar, toen waren we helemaal strontlazarus. 't Is nog een hit geworden ook'. Wat zijn de vereisten voor een carnavalshit? PK: 'Ja, d'r zijn geen regels voor hè... Een carnavalsplaat moet ten eerste heel gemakkelijk in 't gehoor liggen, 't moet makkelijk mee te zingen zijn door het publiek. De melodie moet erg ongecompliceerd zijn, da's een voorwaarde. En de tekst moet altijd een grap in zich herbergen... Collega-producers hebben daar wel es misverstanden over vooral die van boven de Moerdijk die nog nimmer carnaval hebben gevierd, ze denken: als 't maar over bier gaat. Maar carnavalshits gaan noóit over bier. 'Mien waar is me feestneus', 'Vader Abraham had 7 zonen', 'Olleke Bolleke', 'Met een nassibal', 't woord bier komt er niet in voor, 't gaat nooit over drinken. 't gaat over grappige wetenswaardigheden, 'Jelle zal wel zien', weetjewel. Ik hoor wel es een produkt van een collega, die zegt: ik heb een té gek nummer voor carnaval. En we hijsen en we gooien de glazen maar weer vol... Ik zeg dan altijd: jongen vergeet 't maar, want 't is misschien een aardig lied voor een café om 't te kopen voor de jukebox, maar 't heeft niets met carnaval te maken'. VERTROUWEN IN JEZELF Waarom zing je eigenlijk Nederlands? PK: 'Nou omdat ik me 't beste kan uiten in 't Nederlands. 't Is m'n taal tenslotte. Maar 't is moeilijk hoor om een goed Nederlands nummer te maken. Een nummer als 'Lonnie', m'n laatste single, dat vind ik 100 keer moeilijker dan een nummer voor Bonny St. Claire... Maar ik kan me vreselijk ergeren aan mensen, vooral in de lezerskring van Oor, van die geflipte boys weetjewel, die in principe alles afkraken wat er in 't Nederlands gebeurt. Terwijl die boys zelf vaak naar concerten gaan en platen hebben waar in 't Engels vaak de meest abominabele en waardeloze teksten worden gezongen, maar die ze dan gewoon te gek vinden omdat 't Engels is. Boudewijn de Groot heeft bijvoorbeeld samen met Lennaert Nijgh verschrikkelijk mooie dingen gemaakt, 'Het testament' bijvoorbeeld. Ik kan maar weinig Engelse nummers noemen die daaraan kunnen tippen. Zo zijn er meer nummers in 't Nederlands, en er zijn heel wat nummers in 't Engels, daar doe je een grote hoop stront op maar die de boys dan diggen weetjewel'... Als er iemand naar je toekomt die zegt: ik wil producer worden, wat adviseer je dan? PK: 'Dan vraag ik: heb je een idee. En als-ie ja zegt, zeg ik: ga 't dan verdomme dóén. Ik vind het fijn om hier effe wat over te zeggen, want ik ben gisteren even op de Conamus geweest, de liedjesbeurs, waar je de echte goeie mensen nooit ziet. Maar ik word er wèl elk jaar aangeklampt door mensen met dingen, liedjes, ideeën... Waarom doen ze 't niet gewoon zèlf" Als je nou toch vertrouwen in jezelf hebt dan keer je toch je spaarpot om en dan dóé je 't. Een producer komt er niet zomaar. Iedereen is zo begonnen. Ik ben óók begonnen met 800 gulden uit m'n spaarpot te halen om m'n ideeën te probéren. Je moet dat risiko durven nemen anders kom je er nooit. De goeie producer leert alles zèlf, in de praktijk, op eigen risiko. En als je idee goed is komt het er wel uit ook'. Ik ben klaar met m'n vragen. PK: 'Zie je nou wel dat er geen verstandig woord uitkwam. Mieke, schat breng ons nog es een kop koffie. Dan ga ik weer effe slapen. Ik moet om 2 uur in de GTB in Den Haag zijn'. |